• Een echte dessertklassieker: warme appelcrumble gecombineerd met romige
    custard en een knapperige gekaramelliseerde toplaag. Simpel te maken, maar
    spectaculair om te serveren!

  • Chef's Tip

    Zorg dat de custard goed is afgekoeld voordat je de kristalsuiker karamelliseert. Zo blijft de onderlaag stevig en krijg je die perfecte, knapperige brûlée-topping zonder dat hij inzakt of smelt. Geduld loont – zeker bij desserts!

Ingrediënten

Appellaag

  • 2 appels, geschild en in blokjes
  • 1 eetlepel bruine suiker
  • ½ theelepel kaneel

Crumble

  • 85 gram bloem
  • 75 gram suiker (riet- of
    kristalsuiker)
  • 60 gram koude boter
  • Snufje zout
  • Snufje kaneel

Warme Custard

  • 2 eidooiers
  • 500 ml volle melk
  • 65 gram kristalsuiker
  • 1 theelepel vanille-extract
  • 1 eetlepel maïzena

Crème Brûlée Topping

  • Kristalsuiker (voor het
    karamelliseren)

Bereidingswijze

  1. Meng de appelblokjes met de bruine
    suiker en kaneel en zet apart.
  2. Meng bloem, suiker, boter, zout en
    kaneel tot kruimels.
  3. Verdeel de appelblokjes over een
    ovenschaal en strooi de crumble
    erover.
  4. Bak 20 minuten op 180 °C tot goudbruin
    en laat afkoelen.
  5. Klop de eidooiers, suiker, maïzena en
    vanille-extract door elkaar.
  6. Breng de melk aan de kook en giet een
    beetje bij het eimengsel, roer goed door
    en giet terug in de pan.
  7. Verwarm op laag vuur al roerend tot de
    custard indikt. Zorg dat er geen klontjes
    ontstaan.
  8. Giet de custard over de afgekoelde
    crumble en laat opstijven in de koelkast.
  9. Bestrooi de custard met kristalsuiker en
    karamelliseer met een gasbrander of
    onder de grill.
  10. Laat kort afkoelen tot de suikerlaag
    hard is en serveer direct.

Van Britse klassieker tot Franse twist

De appelcrumble is van oorsprong een typisch Brits dessert, ontstaan tijdens de Tweede Wereldoorlog toen deeg voor traditionele taarten schaars was. Maar deze versie met romige custard én een krokante crème brûlée-topping geeft er een heerlijk Franse draai aan. Je krijgt als het ware het beste van drie werelden: de warme appel-kaneelsmaak van een crumble, de zachte vanillecustard van een klassieke pudding en de knapperige gekaramelliseerde laag zoals bij een crème brûlée. Dit maakt het toetje niet alleen veelzijdig en feestelijk, maar ook perfect voor wie van textuurverschillen houdt: zacht, romig én knapperig in één hap. Ideaal voor een diner waarbij je indruk wilt maken, zonder uren in de keuken te staan.

Variëren met fruit en smaakmakers

Deze appelcrumble met custard is heerlijk zoals ‘ie is, maar je kunt er eindeloos mee variëren. Vervang bijvoorbeeld een deel van de appel door peer, blauwe bessen of pruimen voor een fruitige twist. Voeg wat gember of nootmuskaat toe aan de crumble voor extra warmte, of meng rozijnen door de appelvulling. Voor de custard kun je experimenteren met sinaasappelrasp of zelfs een scheutje amaretto voor een volwassen accent. Serveer je dit dessert in kleine ovenschaaltjes of ramekins, dan heb je meteen individuele porties die er chic uitzien en perfect karamelliseren.

Ook lekker: serveer er een bolletje kaneel- of vanille-ijs bij voor een warme-koude combinatie. Kortom: één basisrecept, eindeloos veel mogelijkheden!

1 van 4